De cyclus de Eeuw bestaat uit 7 prenten. De prenten zijn geïnspireerd door het werk
van drie verschillende Petersburgse dichters. De eerste drie gedichten zijn van Elena Guro(1877 - 1914). Het middelste gedicht is van Osip Mandelstam(1891 - 1938). De laatste drie gedichten zijn van Elena Sjvarts (1948). De reflexie op de twintigste eeuw is het centrale thema van deze cyclus. De twee vrouwen gelden als zogenaamde zieners, die meer in symbolistische beelden schrijven, religieus geïnspireerd zijn. Zowel aan het begin als aan het eind gaat het over een beeld van de stad: de stad als futuristisch, bruisend en verdorven gegeven, en de stad Jeruzalem als een soort beloofd heiligdom. De vraag: "Is er dan niets veranderd?" dringt zich op.
Bij E. Guro valt het klankgedicht "Finland"op, waarmee ze zich in de revolutionaire ontwikkelingen plaatste. Guro hoorde bij de avant-garde van rond 1910 en Jelena Sjvarts geldt tegenwoordig als een van de meest vooraanstaande Petersburgse dichters.
Bij Sjvart's "Woordenwisseling.." blijkt het gesprek een nogal eenzaam gebeuren, en het Lot is tamelijk ongewis. Beide dichters worden gezien als "heilige dwazen". In hun gedichten is het niet uitzonderlijk dat zowel mensen, maar ook bomen en stenen bezield zijn: alles is bezield.
Centraal staat het gedicht 'De Eeuw' van Mandelstam. Dit gedicht lijkt bijna in de stenen platen te zijn gehouwen. Mandelstam laat hier een heel ander, minder idealistisch beeld van 'de eeuw' zien. Bakker versterkt dat nog door dit werk in het centrum van het zevenluik te plaatsen, én een desolaat, vreemd landschap tevoorschijn te toveren.
De beelden die Bakker gebruikt zijn niet alleen associaties met de tekst, maar ook associaties met centrale thema's in het werk van de dichter en/of met de (maatschappelijke) ontwikkelingen toen en nu.
De vertalers van de gedichten zijn Petra Couvée en Charles B. Timmer
De werken in deze serie:
De stad -- E. Guro
Finland-- E. Guro
Beloof -- E. Guro
De eeuw -- Mandelstam
Stil, zo stil -- E. Sjvarts
Noodlot
-- E. Sjvarts
Jeruzalem
-- E. Sjvarts